Scores

Laatste wijziging: 18-01-22 03:13

In dit artikel wordt uitgelegd welke scores een scheidsrechter kan toekennen aan een judoka voor het met succes uitvoeren van een bepaalde techniek.


In een judowedstrijd probeert de judoka zijn tegenstander op de rug te werpen. Als de tegenstander vol op de rug wordt geworpen, is de wedstrijd voorbij en wint deze judoka met ippon.

In het nieuwe reglement zijn er vanaf nu maar twee scores.

1. De ippon

2. De waza-ari

Ippon 

Om een ippon te scoren zijn er enkele voorwaarden waaraan de techniek moet voldoen.

De techniek moet allereerst onder controle met aanzienlijke kracht en snelheid gemaakt worden. Voorts is het heel bepalend hoe de judoka op de mat valt (we noemen het ook wel de landing). Voor een ippon moet de judoka rechtstreeks op de rug geworpen worden.

Met ingang van 1 januari 2018 heeft de IJF de interpretatie van Ippon is bijgesteld. Het is nu ook mogelijk om Ippon te scoren voor sommige over de rug rollende acties. Hieronder is een tekening waarop is aangegeven welke rollende landingen als ippon beschouwd kunnen worden. 

 Het is ook mogelijk een ippon te scoren in ne-Waza (grondgevecht):

- Met een houdgreep van 20 seconden;
- Met een verwurging als de judoka aftikt;
- Met een armklem als de judoka aftikt.


Waza-ari

Een waza-ari wordt toegekend als een judoka zijn tegenstander onder controle werpt, maar de techniek mist één van de andere voorwaarden voor een ippon, zoals de kracht, snelheid of rechtstreeks op de rug, dan zal deze techniek beoordeelt worden met waza-ari.

Alle werptechnieken waarbij de judoka eerst op de zij landt en dan naar de rug toe rolt, worden beoordeeld als een waza-ari. Hieronder een tekening waarop wordt aangegeven welke landingen als waza-ari worden beoordeeld.

Het is ook nog mogelijk om een waza-ari te scoren met een houdgreep als deze van 10 t/m 19 seconden duurt. 

 

Voorbeeld Waza-Ari    

Op de foto hieronder zien we dat de judoka op de linkerzij valt. De landing moet nu (januari 2022) volledig op de zij zijn, gerekend vanaf de schouder t/m de heup. Volledig op de zij wordt nu benoemd als 90 graden of meer naar de rug toe. Meer naar de buik toe gedraaid is dan geen score. Het maakt niet meer uit of de arm (in dit geval linker arm) wel of niet naar buiten steekt. (zie volgende foto).                           

        

Arm naar buiten is nu ook Waza-Ari (january 2022)

Op de foto hieronder zien we dat de linker elleboog naar achteren buiten zijn linkerzijde is gericht. De elleboog ligt dus niet onder zijn linkerzij, maar is naar buiten gericht achter de rug. Deze situatie is ook Waza-Ari. 

     

De scheidsrechter geeft het teken van Waza-Ari. 


Yuko (is vervallen)

Alle Yuko beoordelingen in de oude situatie worden nu beoordeeld als Waza Ari


Waza-ari awasete ippon is weer terug.

De waza-ari score is de enige score die wordt opgeteld. Als dezelfde judoka in dezelfde wedstrijd een tweede waza-ari scoort, roept de scheidsrechter waza-ari-awasete-ippon. dat betekent dat de tweede waza-ari samen met de eerste een ippon maakt, waarmee de wedstrijd dan wordt gewonnen.


Osaekomi

Een osaekomi is de Japanse naam voor houdgreep.

Een houdgreep is een techniek waarbij de judoka zijn tegenstander die op zijn rug ligt zodanig vasthoudt, dat de tegenstander zich niet meer uit deze greep kan bevrijden.

 

Hoe scoor je nu met een houdgreep? 

Zodra de judoka zijn tegenstander in een houdgreep vast heeft, roept de scheidsrechter ‘osaekomi’.

De judoka die in de houdgreep ligt, wil dat niet en probeert zich hieruit te vechten.

Als deze judoka eerder dan 20 seconden loskomt of met zijn benen een been inklemt van zijn tegenstander, is de houdgreep verbroken.  Op het moment dat de houdgreep wordt verbroken, roept de scheidsrechter ‘toketa’. Hij geeft dan alsnog een waardering voor de tijd die de houdgreep heeft geduurd:

  • als de houdgreep vóór 10 seconden wordt verbroken geeft de scheidsrechter geen score,

  • als de houdgreep wordt verbroken van 10 t/m 19 seconden is dat waza-ari,

  • bij 20 seconden roept de scheidsrechter ‘ippon’ en de wedstrijd eindigt,

  • als de judoka al een waza-ari op het bord heeft staan en deze judoka maakt vervolgens een houdgreep, dan roept de scheidsrechter al na 10 seconden waza-ari-awasete-ippon en is deze wedstrijd gewonnen door deze judoka.


Ippon bij shime-waza

Een shime-waza techniek is een verwurgings techniek.

Een verwurging is een techniek die op de hals van de tegenstander wordt aangezet, waardoor de tegenstander in ademnood raakt. Als de tegenstander hierdoor moet aftikken, roept de scheidsrechter 'ippon’.  De judoka die aftikt heeft verloren. De judoka waarbij de verwurging wordt aangezet, moet tijdig aftikken. Doet deze judoka dat niet, dan kan het zijn dat de judoka kortstondig buiten bewustzijn raakt. De scheidsrechter is hier heel alert op en zal ook onmiddelijk zorgen dat er maatregelen worden genomen. Als een judoka buiten bewustzijn raakt heeft die verloren. In de categorie onder 18 jaar betekent dit verdere uitsluiting van het gehele toernooi. Dus, op tijd aftikken.


Ippon bij kansetsu-waza

Een kansetsu-waza techniek is een armklem techniek.

Een armklem is een controletechniek waarbij de arm van de tegenstander wordt overstrekt of overbogen. Als de tegenstander dan aftikt voor deze armklemtechniek roept de scheidsrechter ippon en heeft deze judoka de wedstrijd verloren.