Spelsituatie 03 - Score of geen score?

Laatste wijziging: 28-01-24 02:13

Het beoordelen van een (scorings) situatie is niet altijd even gemakkelijk. Er kan wel gezegd worden soms zelfs erg complex. Allereerst moet er sprake zijn van een werpactie, dan moet deze werpactie een bestaande Kodokan techniek zijn en tenslotte moet uke (degene die geworpen wordt) ook daadwerkelijk vallen op de zij of rug door toedoen van tori (werper). De videobeelden zullen het een en ander verduidelijken.



Voorbeelden van wel score of geen score

 

 Voorbeeld 1: Doorgaande actie (geen stop) is dus score.

 

In dit voorbeeld zien we dat blauw een aanval maakt met een Kata Guruma achtige techniek. Door deze aanval komt wit op zijn rechter knie terecht. De werptechniek wordt dus onderbroken door een landing op de knie. Tori (blauw) gaat door met zijn werpactie en stuurt wit volledig door naar de rug. Dit is een prima voorbeeld dat er geen stop is, maar Uke met dezelfde techniek en in dezelfde richting zonder onderbreking wordt doorgestuurd naar de rug. Dit is een (vloeiende) doorgaande actie en wordt gewaardeerd met Waza-Ari. 

 

 

 Voorbeeld 2: Geen score voor countertechniek (nieuw IJF 2022).

Evenals bij voorbeeld 2, maakt blauw hier een aanval met een Uchi Mata. Wit blokt deze aanval en weet aan het eind van zijn counteractie zichzelf over blauw heen te werpen en daarbij blauw mee te nemen, zodat blauw naar de rug rolt naar wit toe. Dit is geen judotechniek en is ook geen score. 

 

 Voorbeeld 3: Geen score voor countertechniek (nieuw IJF 2022).

Nog een voorbeeld van een countertechniek, wat geen score is. Hier valt wit aan met een linkse Uchi Mata en blokt blauw deze actie. Wit valt hierbij voorover op de buik. De landing is in principe voorbij en hierna weet blauw wit naar zich toe te kantelen. In dit geval is het geen werpactie, maar ook nog eens ne-waza, dus geen score.

Voorbeeld 4: Toegestane actie vanuit ne-waza. LET OP: NIEUW IN 2018.

Dit voorbeeld illustreert goed de nieuwe afspraak gemaakt op het IJF seminar te Mittersill. We zien hier beide judoka's in een ne-waza gevecht. Beide judoka's zitten namelijk op beide knieën. Vanuit dit ne-waza staat wit op, terwijl blauw in ne-waza op beide knieën blijft. Wit staat op beide staat op beide voeten en maakt vervolgens een soort O-soto-gari waarmee hij blauw op de rug werpt. Het is nu toegestaan om de judoka's vanuit ne-waza door te laten gaan naar tachi-waza, zolang er geen gevaarlijke situatie ontstaat en de judoka's in een redelijke gelijkwaardige positie (face to face) zijn. In dit geval kiest blauw er voor om zelf in ne-waza te blijven. De actie die wit maakt is geldig en behoort gewaardeerd te worden met IPPON.

 Voorbeeld  5: doorgaande actie is score voor wit.

In dit voorbeeld zien we dat blauw na een mislukte aanval in elkaar duikt en verdedigt. Wit is nog steeds actief, geen stop en continueert zijn actief judo in tachi-waza. Niets aan de hand, wit mag gewoon door gaan en werpt blauw. Score is waza-ari. 

 

Voorbeeld 6: van een eigen actie

Allereerst zien we dat wit veel te lang een éénzijdige pakking vast heeft. Dat zou al shido moeten zijn. Maar dat laten we even buiten beschouwing en richten ons op de werpactie. Hierbij zien we dat blauw aanvalt met een rechtse o-soto-gari. Wit blokt en probeert de actie van blauw over te nemen met een tani-otoshi. Op het moment dat wit de overname start draait blauw zich om en volgt wit. Het op deze wijze volgen van blauw is geen werpactie. Blauw draait zich alleen maar om. Bij het maken van de tani-otoshi werpt wit zichzelf en is er geen controle of actie van blauw. Dit wordt een eigen actie genoemd en is dus geen score. 

Voorbeeld 7: geen score, is vanuit ne-waza

Blauw maakt een aanval met een linkse schouderworp. In de schouderworp komt blauw op twee knieën. Wit kan de actie tegen houden en blijft staan. Op dat moment stapt wit als het ware over blauw heen en concentreert zich op de linkerarm van blauw om waarschijnlijk een kantelbeweging te maken naar een armklem. Blauw zit op dat moment volledig in ne-waza. Op het moment dat wit over blauw heen stapt en om wil rollen duwt blauw ook nog door. De actie is op deze wijze vanuit ne waza en mag niet beoordeelt worden als een score. 

Voorbeeld 8: tori blijft in tachi-waza en worp is geldig

Blauw valt aan met een linkse voorwaartse werpactie. Wit valt hierbij plat voorover op de buik. Terwijl wit op de buik ligt, blijft blauw in tachi-waza (staande positie) en gaat direct (geen tijdverlies) door met een vervolgactie. Daarbij verandert blauw zijn grip niet maar maakt direct gebruik van zijn huidige positie en mogelijkheid om door te gaan met een vervolgactie. Wit wordt dus op een geldige en correcte wijze geworpen waarbij deze werptechniek geldig is voor een score. Blauw scoort hier een waza-ari.




Voorbeeld 9: landing op één elleboog, geen score

In deze video is te zien dat blauw een aanval met met een rechtse o-uchi-gari en wit daardoor achterwaarts valt. Wit valt op zijn achterwerk/linkerheup en vangt zich daarbij op met de linkerarm/elleboog. Wit steunt met de linker elleboog op de mat en voorkomt hiermee dat hij verder met de rug op de mat valt. Hij probeert zich vervolgens nog verder naar links te draaien. Blauw duwt hem echter verder naar de rug toe. Deze laatste actie is dan geen onderdeel meer van de eerste werpactie en wordt geïnterpreteerd als een duwactie en niet meer als werpactie. De landing is dus op één elleboog en is daarmee beëindigd. Dus geen score.

 

 

 Voorbeeld 10: Werpactie zonder Kumi-kata tot het eind.


Dit is een voorbeeld waarbij de tegenstander wordt geworpen, terwijl Tori geen Kumi-kata tot het eind heeft. Op het IJF seminar 2020 is besloten dat wit wel controle heeft bij zijn werpactie. De controle is een voorwaarde dat deze techniek als score in aanmerking kan komen. We zien dat wit kumi-kate heeft en direct daarna aanvalt met een Ko-Uchi-Gari op het rechterbeen van blauw. Blauw komt daarbij te vallen op zijn linkerzij en de score is Waza-Ari.